Janick Lanting geslaagd voor het “Roozenburg zwart” damdiploma

De 12 jarige Janick Lanting uit Bad Nieuweschans is dinsdagavond 28 mei in het gebouw van S.V. Bovenburen in Winschoten geslaagd voor het damdiploma “Roozenburg zwart”.
Dit is onderhand het 7e diploma in een serie van elf exemplaren, die de KNDB in haar lespakket heeft. De interesse voor de damsport legde Janick op de plaatselijke basisschool OBS Houwingaham waar Marchinus Mulder en Evert van Leeuwen damlessen verzorgden. Nadat Janick, net als veel klasgenoten, was geslaagd voor zijn eerste damdiploma, werd hij aangestoken door het “damvirus”, waarna Janick zich aansloot bij Damclub Winschoten om zich verder te verdiepen in de theorie. Daarna volgde in de loop der jaren de cursus “Wiersma wit”, “Wiersma zwart”, Sijbrands wit”, “Sijbrands zwart”, “Roozenburg wit” en nu dus “Roozenburg zwart”. Onderhand is Janick Lanting begonnen aan de cursus “Springer wit”. Daarna komt nog “Springer zwart” gevolgd door “Hoogland wit” en “Hoogland zwart”. Overigens zijn alle damdiploma’s van de KNDB vernoemd naar Nederlandse
wereldkampioenen van weleer.

Theorie en praktijk
Zoals bij iedere tak van sport is zowel de theoretische als praktische kant belangrijk om een betere sporter te worden. In de damsport begint dat met de Van der Wal cursus van de Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB), dat de grondbeginselen van het dammen behandelt. Dan moeten we in eerste instantie denken aan de spelregels, zoals: hoe moet het bord liggen en we spelen op de donkere vakjes, meerslag gaat voor, aanraken is zetten, slaan is verplicht (ook achteruit), damslag of slaan met een schijf is gelijkwaardig. Ook een belangrijke regel is, dat pas na het uitvoeren van een combinatie de schijven mogen worden verwijderd van het bord. De coup Turc oftewel de Turkseslag is hiervan een goed voorbeeld, omdat slechts één keer over dezelfde schijf mag worden geslagen, wie “vergeet” te slaan is het sportief de tegenstander hierop te attenderen. Tenslotte, niet onbelangrijk, wie geen zet meer kan uitvoeren heeft verloren. De vervolg cursussen sluiten daarna naadloos aan op de Van der Wal studie. Om het geleerde vervolgens in praktijk te brengen is deelnemen aan bijvoorbeeld de onderlinge competitie op de damclub en de vele (jeugd) toernooien van eminent belang zich verder te ontwikkelen.